Het begint er steeds meer op te lijken dat de brandstofloze motor van Johannes Wardenier geen Stirling-motor is waarvan Philips Nederland het patent heeft. Maar dat het een werkelijk vrije energie machine is. De eigenlijke werking wordt nog onderzocht. Bijgaande uitleg werkt niet en is waarschijnlijk bedoeld om nabouwers op het verkeerde been te zetten
Bron: http://www.johanneswardenier.nl/
We houden u op de hoogte...
artikel in opbouw...
Het mysterie Wardenier en de "brandstofloze" motor
In de herfst van 1934 baarde een eenvoudige boerenzoon uit Steenwijkerwold opzien door een motor te laten draaien, die, zoals hij het zelf aangaf, “een omwenteling zou brengen in de voortbeweging”.
Hij was de uitvinder van de "brandstofloze motor". De 21-jarige Johannes Wardenier (1912-1960) is wekenlang voorpaginanieuws geweest.
Zijn motor zou worden geproduceerd in Wolvega. “De werkloosheid zal halt houden. Wardenier heeft een uitvinding gedaan, die mensen en machines weer aan arbeid kan helpen,” schreven sommige kranten. De fabriek zou aan 13.000 mensen werk bieden. Ingenieurs uit Engeland en rijksingenieurs zouden getuige zijn geweest van een proef.
De grondprijzen in Wolvega stegen en zelfs de olieprijs in de wereld was gedaald. Om de uitvinding wereldkundig te maken zou een speciaal gemaakte bus, uitgerust met deze motor, door Europa toeren zonder ook maar 1 keer brandstof in te nemen.Zo ver is het niet gekomen. Wardenier werd plotseling opgenomen in een psychiatrische inrichting. De behandelende professor verklaarde hem echter “normaal” en stuurde Wardenier weer naar huis. Op dat moment begint het mysterie dat tot op de dag van vandaag onopgelost is gebleven. Bij thuiskomst hoorde Wardenier dat zijn motor was verdwenen, volgens zijn ouders opgehaald door “enkele heren”. De motor is nooit teruggevonden.Lang zou hij niet van zijn vrijheid genieten, de oorlog brak uit en hij werd te werk gesteld in Duitsland. Tijdens een bomaanval wist Johannes te ontsnappen en na enige omzwervingen sloot hij zich aan bij een verzetsgroep te Brussel.
Uiteindelijk werd hij door de Duitsers gepakt in Nijmegen (1943) met 200 distributiekaarten, valse papieren en illegaal drukwerk. Hij doorstond vreselijke martelingen in kamp Buchenwald en kamp Wesseling. Vlak voordat hij bezwijkt wordt hij door onbekende uit het kamp gehaald en in 1944 overgebracht naar een hospitaal en later naar Eindhoven. Na zijn genezing keert hij als vrij man naar zijn geboortestreek, de oorlog is dan bijna voorbij.
Later blijkt dat Frits Philips (ja, die van de gloeilampen) Johannes uit het kamp heeft kunnen redden. En weer later zou een woordvoerster van Philips dit bevestigen: Frits Philips zou zich wel meer ingezet hebben voor Nederlanders in oorlogstijd. Diezelfde Philips die in 1934 al contact had gezocht met Johannes Wardenier.Wardenier vertelde in 1959 over zijn opname: “In een auto van Philips en met mensen van Philips werd ik naar de kliniek gebracht.” Wardenier leefde na zijn opname in betrekkelijke weelde. Hoefde niet meer te werken, kocht dure pakken, rookte sigaren en reed auto. Op 17 Juli 1960 is Johannes Wardenier op 47-jarige leeftijd overleden. Hij werd begraven in Kerkbuurt, bij Steenwijk. Later onderzoek toont aan dat zijn lichaam daar niet ligt. Volgens zijn familie is zijn lichaam bij het graf van zijn ouders geplaatst te Steenwijkerhold. Henk Vos, grafdelver te Steenwijkerhold zegt dat er buiten zijn ouders niemand is bijgeplaatst, ook het register van de gemeente vermeldt geen graf van Johannes Wardenier.De Stirling-motor van PhilipsIn Nederland heeft het Eindhovense bedrijf Philips tussen 1937 en 1980 erg veel geld gestoken in de ontwikkeling van de Stirlingmotor. Dr. Ir. FJ. Philips haalde de motor uit de vergetelheid. De gloeilampen fabriek paste het principe van de Stirlingmotor toe voor radio ontvangers. Met name in de tropen was het moeilijk om aan batterijen te komen ter vervanging van elektriciteit. Batterijen waren onder tropische omstandigheden slecht houdbaar. Bij het zoeken naar een goedkope energie bron, die bovendien niet veel energie hoefde te leveren, kwam men terecht bij de Stirlingmotor.
Het Mysterie Wardenier en de brandstofloze motor deel1:
Het Mysterie Wardenier en de brandstofloze motor deel 2:
Het Mysterie Wardenier en de brandstofloze motor deel 3:
Door de leiding tussen het warme naar het koude gedeelte te vervangen door een buisje, gevuld met koperkrulletjes die warmte vast houden, de zogenaamde regenerator, werd het mogelijk om met heel weinig brandstof enkele watts op te wekken, voldoende om een radio te laten spelen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen er geen apparaten naar de tropen konden worden uitgevoerd, dreigde de belangstelling voor de Stirlingmotor weer weg te ebben. Frits Philips echter had hoge verwachtingen van de mogelijkheden van een hete luchtmotor en er werd dan ook verder gewerkt aan de motor. Er werd een prototype motor ontwikkeld, die door de Duitsers werd meegenomen tijdens een overhaaste vlucht uit Eindhoven, waardoor de aandacht van de geallieerden op de motor werd gevestigd. Daar kwam een opdracht uit voort voor de Amerikaanse Marine en zowel in Eindhoven als in Amerika werd verder gewerkt aan het project dat veelbelovend was.
Door wijziging in de Marineleiding werd het project echter stopgezet en na deTweede Wereldoorlog deden transistors hun intrede. Nog later werden kleine batterijtjes ontwikkeld die ook in de tropen goed bleven, daarmee was de noodzaak voor een energiebron als deze weggevallen. De grote, krachtige motor die samen met de Amerikanen was ontwikkeld was tot veel in staat, maar het is ons niet bekend waartoe precies. Philips bleef speuren . In samenwerking met Werkspoor werd de NV Thermomotor opgericht. Dit bedrijf bouwde een motor van 400 pk.
De verwachting was dat de Nederlandse Marine een proefopdracht zou verstrekken. Dit ging echter niet door. Begin jaren 50 slaagde men er in een klein aggregaat van 200 Watt te ontwikkelen. Ze werden in 1953 tijdens de watersnoodramp ingezet voor de energievoorziening van de radiozenders in het rampgebied. Maar om ze verder te perfectioneren tot massa artikel was f 6 miljoen nodig. Dat geld had Philips (er) niet (voor over), temeer omdat de ontwikkeling van de televisie sterk in opkomst was.
Wel werd nog een koudgaskoelmachine ontwikkeld, die over de hele wereld werd gebruikt en waarvan er vele honderden zijn gemaakt. Het kleinste model had een capaciteit van 7 liter vloeibare lucht per minuut.De vraag is natuurlijk of het idee van Wardenier iets te maken heeft met deze Philips-activiteiten.General Motors, Ford en de Stirling motorIn 1958 toonde General Motors belangstelling voor de Stirlingmotor.
Samen met Philips werden allerlei proefnemingen gedaan. Begin jaren zestig onderzocht men de mogelijkheden voor schonere motoren voor auto's, om de luchtvervuiling een halt toe te roepen. GM besloot om het Stirling project te laten schieten en de bestaande te verbeteren. In 1972 kocht de Ford Motor Company te Detroit de Stirling licentie van Philips. In 1976 was men met Nederlandse hulp zo ver gevorderd dat in Deaborn het Ford hoofdkwartier, twee Ford Turino's had voorzien van een Stirlingmotor.
De proeven met de motor waren bevredigend verlopen. Het leek de motor eindelijk voor de wind te gaan, totdat Ford als een donderslag bij heldere hemel het ontwikkelingswerk stillegde. De kosten om de motor op de weg te krijgen, f 500 miljoen, werden te hoog bevonden. De auto-industrie maakte een slechte tijd door en overheidsbepalingen verplichtte de industrie om de bestaande benzinemotor zuiniger, veiliger en schoner te maken. Ook Philips besloot een streep te zetten onder de medewerking, want ook in Eindhoven maakte men slechte tijden door. Alle rechten werden opgekocht door dr. Eduard Panneborch, vice-president van Philips.
Sindsdien werd door de Stirling Thermal Motors een motor ontwikkeld die slechts tachtig kilo weegt en een topvermogen heeft van 40 KW en een energierendement van 45 procent, belangrijk hoger dan een vergelijkbare benzinemotor. Het aandrijvingsgedeelte wordt sterk vereenvoudigd. Rond 1983 is de motor zo ver dat hij klaar is voor fabricage. Maar het project komt weer niet van de grond. Op de oude STM site werden alle voordelen van een hete luchtmotor opgesomd en foto's van een motor getoond. STM heeft volgens het Stirling principe een zonne-energie systeem ontwikkeld dat het Pentagon in Washington van elektriciteit voorziet. Als er te weinig zon is wordt de verhitting overgenomen door aardgas om de generatoren aan de gang houden. Het systeem begint ook elders aftrek te vinden en diverse grote projecten worden inmiddels via zonne-energie van elektriciteit voorzien. Overal ter wereld worden systemen ontworpen die met behulp van Stirlingmotoren moeten gaan werken.
Zoals waterpompen. Dat is één van de oudste toepassingen, want kort na de ontwikkeling van de Stirlingmotor hield ze pompen van kolenmijnen aan de gang. In 1920 werd de motor gebruikt als aandrijving van een waterpomp voor huishoudelijk water. Onderzocht is ook hoe de motor toegepast kon worden in vliegtuigen. Het is nooit tot een succes gekomen.artikel in de Stentor boek: Het Mysterie Wardenier